GEBED VAN HET KLOOSTER AAN
DE RAND VAN DE STAD
Silja Walter, OSB (1919-2011)
Iemand moet thuis zijn, Heer,
wanneer Jij komt.
Iemand moet op Jou wachten
beneden bij de stroom voor de stad.
Iemand moet uitkijken… dag en nacht.
Want wie weet wanneer Jij komt ?
Heer, iemand moet Jou zien komen
door het traliewerk van zijn huis.
Door het traliewerk van Jouw woorden, van Jouw werken,
door het traliewerk van de geschiedenis,
door het traliewerk van het geschieden
altijd nu en vandaag in de wereld.
Iemand moet waken beneden bij de brug
om te melden dat Jij er aankomt, Heer,
want Jij komt in de nacht als een dief.
Waken is onze dienst, waken… ook voor de wereld.
Iemand moet geloven,
thuis zijn om middernacht, om Jou de deur te openen
en Je binnen te laten, waar en wanneer Je ook komt.
Heer, en iemand moet Jou uithouden,
Jou verdragen zonder weg te lopen.
Jouw afwezigheid uithouden, zonder aan Je komen te twijfelen.
Je zwijgen uithouden en desondanks zingen.
Jouw lijden, Jouw dood mee uithouden en daaruit leven.
Dat moet altijd iemand doen, met alle anderen en voor hen.
En iemand moet zingen, Heer, wanneer Jij komt,
dat is onze dienst: Jou te zien komen en zingen.
Omdat Jij God bent.
Omdat Jij de grote werken verricht
die geen tot stand brengt dan Jij.
En omdat Jij heerlijk bent en wonderbaar als geen.
Kom, Heer !
Achter de muren, beneden bij de stroom
wacht de stad
op Jou.
Amen !
– Deze tekst werd gebeden bij de inzegening van Huize Pax op 16 augustus 2008 –